Robin, Jochem en Casper
14 mei 2013In 2002 was mijn slaapkamer the place to be. Voor bandjes die iets wilden opnemen dan, verder werd er helaas vooral geslapen. Ik was eigenaar van de Rbbknl Studios en die bestonden uit een oude Windows-bak met Cool Edit Pro, twee Behringer-mixers, drie gare microfoons en een drumstel. Hoe dat klonk? Soms slecht, soms iets minder slecht. Ik nam liedjes op voor mijn eigen poppunkbandje en bevriende bandjes uit de buurt. We kochten een cd-brander en begonnen ons eigen label: Stuck In A Day Records. Ik had schijt aan punk, ik was DIY omdat het moest. We regelden tourtjes, organiseerden festivals en onze releases kregen prima recensies. Memorabele zin: “Het gitaargeluid klinkt alsof je een pak rijst door de kamer gooit”. We waren de Amersfoortse skatepunkscene. Iedereen speelde in elkaars bandjes en iedereen gunde de ander zijn succes of deed alsof.
Mooi man, opa Bram vertelt. Maar zonder het te weten had ik schijnbaar een neusje voor talent. Of, wat ik eigenlijk denk, ik voelde aan of ik met een echte doorzetter te maken had. Ik wilde mijn tijd niet verspillen aan iemand die niet dezelfde ambities had als ik. Zo was daar Robin van Five Years Later. Hij schreef de liedjes en speelde gitaar, maar toen ze voor een opname even geen drummer hadden, speelde hij de drumpartij ook maar in. Later leerde hij zichzelf zingen en tourde hij de hele wereld over als zanger van Destine. En er was een ventje dat maar niet ophield met mailen of ik ook eens iets van zijn bandje wilde opnemen. Jochem. Om er vanaf te zijn hielp ik hem en een paar jaar later speel ik nog steeds met veel plezier in zijn band Only Seven Left. En wat later Casper, van Quad. Nette jongens met goeie liedjes die klonken als een Britse Blink 182. Dat Britse kreeg de overhand, er kwam een nieuwe zanger, een nieuwe drummer en nu zijn ze Kensington, misschien wel de succesvolste Nederlandse rockband van dit moment. In 2013 is er betere opnamesoftware, goedkopere apparatuur, je hebt YouTube en Twitter en je tour regelen via internet is normaal. Maar het lijkt wel of er minder Robins, Caspers en Jochems in de muziek rondlopen. Mensen die écht willen, er alles voor opzij zetten en – als niemand het voor ze regelt – het dan maar zélf doen. Leun niet achterover, wacht niet op anderen en maak je eigen scene. Soms lukt het.
—
Deze column verscheen eerder in Up Magazine 96.
Meer columns:
– Bram in Indonesië
– De vloek van veelzijdigheid
– Lief 2013
– Pizza met chocoladesaus
– De gulden middenweg
– Dapper
– Zwaartekracht
– Met je hart
– Haters
– Wie kijkt er nog videoclips?
– Vooroordelen
– 140 tekens pure frustratie
– Shit, dat wil ik ook!
– Geen bruine M&M’s aub
– Lekker bezig in de bandbus
– Muzikale meningsverschillen, ammehoela